Ingrediënten
- 0.5 l water
- 2 bouillonblokjes
- 1 el provençaalse kruiden
- 500 gr runderlappen
- 2 laurierblaadjes
- 1 glas rode wijn
- grof gemalen peper
- 1 el bloem
- 6 grote champignons, in plakjes
- spekjes
- 1 ui, gesnipperd
- 1 teen knoflook, geperst
- flink klontje boter
Variatietips
- Voeg vlak voor het opdienen wat Amsterdamse uitjes toe.
- Bestrooi met peterselie of ringetjes lente-ui.
- Mocht het teveel zijn, vries het dan in. Zo heb je nog een lekker hapje later.
- Mocht je normaal gesproken geen alcohol drinken of gebruiken, dan kun je het best gebruiken in dit gerecht. Alcohol vervliegt namelijk tijdens het bakken of koken. Je proeft ook geen alcohol in dit gerecht, allen de diepe smaak.
Bereiding
Stap 1
Doe het water in een pan met de blokjes en de Provençaalse kruiden en laat goed koken.
Stap 2
Snijd het vlees in dobbelsteentjes. Ver hit boter in een braadpan en bak het vlees aan.
Stap 3
Doe nu de laurierblaadjes, de wijn, de peper en de bloem in de braadpan. Zet het vuur laag. Giet de bouillon in de pan.
Stap 4
Bak in een koekenpan de champignons, de spekjes, de ui en de knoflook op zacht vuur gaar.
Stap 5
Voeg het mengsel toe aan het vlees. Laat dit op heel laag vuur een paar dagen opstaan totdat het vlees boterzacht en mals is.
Stap 6
Lekker met appelmoes en aardappelkroketjes of frietjes.
Variatietips
- Voeg vlak voor het opdienen wat Amsterdamse uitjes toe.
- Bestrooi met peterselie of ringetjes lente-ui.
- Mocht het teveel zijn, vries het dan in. Zo heb je nog een lekker hapje later.
- Mocht je normaal gesproken geen alcohol drinken of gebruiken, dan kun je het best gebruiken in dit gerecht. Alcohol vervliegt namelijk tijdens het bakken of koken. Je proeft ook geen alcohol in dit gerecht, allen de diepe smaak.